liefde

Liefde

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Erastes en Eromenos die elkaar kussen; detail van een Attische vaas, 480 v.Chr.

Liefde betekent de diepe genegenheid voor, welgezindheid tot of toewijding voor een ander; soms ook voor een dier, zaak of voorwerp.

De betekenissen die er aan gegeven worden zijn sterk cultureel en maatschappelijk geïnspireerd.

Vanuit de christelijke traditie geldt dat het enerzijds - als uiterste - een zichzelf opofferende en een ander weldaden schenkende houding is (agape). Deze soort liefde richt zich op de behoeften van de ander en zoekt wat het beste voor de ander is. In dat geval laat de liefde de ander de vrije keus om die liefde te beantwoorden of niet. Dit soort liefde vraagt offers en hard werken voor hen die daar naar streven. Echter voor de weinige mensen die volledig afstand hebben gedaan van hun egoïsme is deze liefde een levende bron die geen inspanning meer vergt maar vanzelfsprekend en natuurlijk is.

De ruimere definitie van liefde is de onvoorwaardelijke liefde (Metta). Zij is het soort liefde dat de andere persoon de volledige onvoorwaardelijke ruimte en vrijheid schept zichzelf te kunnen zijn.

Liefde kan bijvoorbeeld een speciaal soort aantrekking tot een persoon of voorwerp zijn. Het is dan een gevoel of emotie. In de sterkste vorm geeft het mensen de indruk dat ze zonder het object van hun liefde niet meer verder kunnen in het leven, de indruk dat ze psychologisch afhankelijk zijn van de aanwezigheid.

Liefde kan zich als charitas uiten, een schenking aan een goed doel. Charitas vindt voornamelijk plaats op emotionele grond, gebaseerd op het graag willen helpen bij iets waar men emotioneel betrokken bij is. Het kan echter ook op louter rationele grond gebaseerd zijn.

Liefde geeft iemand het gevoel dat hij onoverwinnelijk is, en alles voor de ander over heeft, de emotie is bijna niet te beschrijven, de één zegt dat hij het gevoel heeft dat hij kan vliegen en de ander voelt zich geweldig en gelukkig.

Wetenschap over liefde

Men dient een onderscheid te maken tussen liefde en verliefdheid, dat zich laat beschrijven als een tijdelijke chemische reactie in de hersenen.

Beide fenomenen zijn wetenschappelijk verklaard, hoewel vanuit bijvoorbeeld de systeemwetenschap het terugbrengen van verliefdheid tot 'chemische reactie' te sterk reductionistisch is. Het zijn immers niet de chemische reacties zélf die de zeer invloedrijke interactie tussen twee verliefde mensen teweegbrengen; tussen chemie en geslachtsgemeenschap zit een hele keten van (al dan niet cultureel bepaald) gedrag, die nog niet volledig verklaard is.

De term liefde verwijst naar relaties tussen mensen onderling, tussen mensen en objecten, enzovoort. Liefdesrelaties worden gekenmerkt door zekere gedragingen en gaan vaak gepaard met bepaalde emoties zoals seksuele gevoelens, ontroering, welzijnsgevoel en combinaties hiervan. Het bestaan van die relaties kan vrij gemakkelijk verklaard worden door het feit dat ze in het maatschappelijke functioneren een belangrijke rol spelen. Bv. zonder de moederliefde zou het voortbestaan van kinderen veel minder gegarandeerd zijn: de zorg voor het kroost komt daarom ook bij talloze diersoorten voor. In de dierlijke wereld kunnen we liefde waarnemen zoals seksuele drift en nestverzorging. Menselijke relaties zijn echter zo complex dat ze niet louter op hormonen te herleiden zijn. Echter wel tot materiële processen, dat wil zeggen de wijze waarop mensen biologisch en psychologisch geconstitueerd zijn. Liefde en ratio sluiten elkaar evenmin uit. De keuze van het voorwerp der liefde kan onbewust of bewust gemaakt worden op basis van feitelijke overwegingen. Zo beschouwt Fritz Heider, de psycholoog en grondlegger van de balanstheorie, in zijn "The Psychology Of Interpersonal Relations" liefde als een positive liking relation tussen twee personen, die een gemeenschappelijke betrokkenheid hebben tot een derde iets.

Soorten liefde

Er bestaan verschillende soorten liefde:

  1. Liefde voor mensen in het algemeen: naastenliefde, caritas of 'onbaatzuchtige liefde' (Liefde die schenkt en er niets voor terug verwacht)
  2. Liefde tot/van God, of van mens tot mens met God als tussenpersoon (agapè)
  3. Onvoorwaardelijke liefde voor alle levende wezens (metta, begrip uit het boeddhisme)
  4. Liefde tussen familieleden, de liefde van ouders voor hun kinderen, enz. (storge)
  5. Liefde voor vrienden (philia)
  6. Liefde voor vreemden, Gastvrijheid. (Xenia)
  7. Romantische liefde (verliefdheid)
  8. Platonische liefde
  9. Seksuele liefde, eros
  10. Liefde voor zichzelf (een ontaarde vorm hiervan is narcisme)
  11. Liefde tot een abstractum (bv. waarheidsliefde, taalliefde/taalmin)
  12. Rituele vormen van liefde; hoofse liefde.
  13. Liefde voor een voorwerp (in extreme mate: fetisjisme)
  14. Liefde voor het vaderland (vaderlandsliefde)

In zijn boek De Vier Liefdes (ISBN 90-5194-081-5), verkent de schrijver C.S. Lewis de aard van de liefde. Hij maakt daarbij onderscheid in behoefte liefde (zoals de liefde van een kind voor zijn moeder) en gevende liefde (benadrukt in de liefde van God voor de mensheid). Op basis van de vier woorden voor liefde in het Oudgrieks verdeelt Lewis het woord 'liefde' in vier categorieën: genegenheid (storge), vriendschap (philia), erotiek (eros), en liefdadigheid (charis).

Haat wordt ook als een vorm van omgekeerde liefde gezien: een negatieve aantrekking op grond van psychologische projectie van de schaduwzijde van iemand op een ander. Ook wordt haat juist als een extreme uiting van liefde gezien: de liefde tot het één uit zich in haat voor het ander.