Irak
Irak
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Irak (Arabisch: العراق al-ʿIrāq, Koerdisch: Komara Fîdrala Dimokrata Êraqê), officieel de Republiek Irak, is een land in het Midden-Oosten; het ligt voor een groot deel in en rond het stroomgebied van de rivieren de Eufraat en de Tigris. Het grenst in het zuidoosten aan de Perzische Golf, en verder met de klok mee aan Koeweit, Saoedi-Arabië, Jordanië, Syrië, Turkije en Iran.
Wat betreft de naam van het land wordt wel beweerd dat deze in de loop der eeuwen van de naam van de stad Uruk zou zijn afgeleid. [4]
Inhoud[verbergen] |
Geschiedenis
![]() |
Het gebied dat het huidige Irak inneemt is vrijwel hetzelfde als het vroegere Mesopotamië, het land tussen de rivieren Eufraat en Tigris. In dit land is het eerste schrijfsysteem ontwikkeld, rond 3100 v.chr. Vele beschavingen heersten over Mesopotamië: de Sumeriërs, Assyriërs, Babyloniërs, Turken en Perzen. In de 7de eeuw werd Mesopotamië door de moslims veroverd.
Irak werd deel van het Ottomaanse Rijk, dat in 1917 ten val kwam. Bij de verdeling van het Ottomaanse Rijk door de Volkenbond kwam Irak onder Brits mandaat. Faisal Ibn Hoessein werd door de Britten geïnstalleerd als koning. De Britten maakten Irak een min of meer zelfstandig land dat in 1932 onafhankelijkheid verwierf. In 1941 veroverde het Verenigd Koninkrijk het land nog een keer; een militaire staatsgreep in 1958 maakte een einde aan de door de Britten opgelegde monarchie.
In 1979 werd Saddam Hoessein de machtigste man binnen de Ba'ath-partij en daarmee van het land. Zijn regime maakte een hardhandig einde aan alle politieke oppositie en voerde een waar schrikbewind.
Irak voerde de acht jaar durende (22 september 1980 tot 20 augustus 1988) en zeer bloedige Iran-Irakoorlog met buurland Iran. Gelijktijdig met de oorlog vond ook de al-Anfal-campagne plaats, waarbij Koerden gedwongen werden te verhuizen om plaats te maken voor Arabieren. De gifgasaanval op Halabja was hier een onderdeel van.
Op 2 augustus 1990 viel Irak het veel kleinere buurland Koeweit binnen en bezette het in 1 uur: het begin van de Golfoorlog van 1990-1991. Koeweit werd in 1991 door een internationale coalitie bevrijd in een operatie met de naam Desert Storm. Het luchtruim in het noorden en het zuiden van Irak werd daarna overgenomen door de VS, Frankrijk en Engeland en minimaal 30 andere landen, volgens deze landen als uitvloeisel van VN-resolutie 688.
Irakoorlog en naoorlogse periode
In 2003 werd Hoessein verdreven na een aanval van een internationale coalitie, de zogenaamde Coalition of the Willing, onder leiding van de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk tijdens de Irakoorlog.
Nadat op 1 mei 2003 de oorlog over werd verklaard, werd in Irak een stabilisatiemacht geïnstalleerd, de Stabilisation Force Iraq. Ook werd een overgangsregering ingesteld, de Coalition Provisional Authority (CPA) onder leiding van de Amerikaan Paul Bremer.
Op 28 juni 2004 droeg de CPA de macht over aan een interim-regering onder leiding van premier Iyad Allawi en president Ghazi al-Yawar. Die werden weliswaar (net als de CPA) tegengewerkt door diverse groepen van opstandelingen in Irak, maar wisten het land klaar te maken voor verkiezingen van 30 januari 2005.
De verkiezingen werden gewonnen door een sjiitische partij, maar die behaalde geen absolute meerderheid en moest dus een coalitie vormen met andere partijen. De belangrijkste posten werden langs etnische lijnen verdeeld. Jalal Talabani (Koerd) werd president, Ibrahim Jaafari (sjiiet) werd premier en een soenniet werd voorzitter van het parlement. Een speciaal comité stelde een grondwet op, die in oktober 2005 in een referendum werd aangenomen. Hierna vonden op 15 december 2005 volgens die grondwet verkiezingen plaats, die eveneens door de sjiitische partij gewonnen werd. Echter, die behaalde geen absolute meerderheid en na de verkiezingen probeerden de partijen een regering van nationale eenheid te vormen.
Een bomaanslag op de Gouden Moskee in Samarra op 22 februari 2006 leidde tot verregaand sektarisch geweld.
Op 20 mei 2006 werd de nieuwe regering gepresenteerd, met Nouri Maliki als premier.
Volgens de VN zijn er in 2006 in Irak meer dan 34.000 burgers door geweld omgekomen[5], wel is vanaf de zomer van 2007 het geweld afgenomen[6].
Bestuurlijke indeling
![]() |
Irak is sinds 1976 ingedeeld in achttien gouvernementen of provincies. Tijdens de Golfoorlog van 1990-1991 claimde Irak het bezette Koeweit als het "negentiende gouvernement."
Geografie
De hoofdstad van Irak, Bagdad, is vrij centraal gelegen aan de Tigris. Andere belangrijke steden zijn de havenstad Basra (Al Basrah) en de noordelijke steden Mosoel en Kirkoek en Erbil.
De belangrijkste religieuze steden, speciaal voor sjiitische moslims, zijn Najaf, Karbala, Kadhemiya, Samarra en Koefa.
Landschappen
Er zijn vier landschappen te onderscheiden:
- het heuvel- en bergachtige noorden (Koerdisch gebied), met veel rivieren en een vruchtbare bodem
- een steppegebied in het noordwesten, tussen de rivieren Eufraat en Tigris
- het dichtbevolkte gebied aan de benedenloop van Eufraat en Tigris, ruwweg tussen Bagdad en de Perzische Golf
- de woestijnen en steppewoestijnen in het westen en het zuiden
De zomers zijn zeer heet en droog, met temperaturen tot 50 °C; de meeste neerslag valt 's winters, vooral in het noorden.
Demografie
De bevolking kende een snelle groei. In 1900 waren er twee miljoen Irakezen [7].
Bevolkingsgroepen
De belangrijkste bevolkingsgroepen van Irak zijn de Arabieren (75%-80%), de Koerden (15%-20%) en de Iraakse Turkmenen. Verder wonen er ook christelijke Assyriërs in Irak. [8]
In het midden en zuiden van Irak wonen Arabieren. De meesten van hen, ongeveer 60% van de totale bevolking, zijn sjiitisch. Zij wonen hoofdzakelijk in het zuiden, waar zich ook de heilige steden van de sjiieten, Karbala en Najaf, bevinden. Daarnaast woont een grote groep sjiieten in Bagdad, de meesten in de 'wijk' Sadr-stad (voorheen Saddam-stad).
In het midden van Irak, in de zogenoemde Soennitische driehoek, wonen de meeste soennitische Arabieren, die ongeveer 20% van de bevolking uitmaken.
De overwegend soennitische Koerden leven in het noorden van Irak, dat ook wel Iraaks Koerdistan wordt genoemd. De Koerden hebben een zekere mate van autonomie. Ze hebben een eigen taal, het Koerdisch, en een eigen cultuur. In het Iraakse deel van Koerdistan wonen tegen de zes miljoen Koerden. Zij hebben als hoofdstad Arbil (Hawlêr). Verder hijsen ze (weliswaar met de Iraakse vlag ernaast) een eigen vlag. In de Koerdische regio leven ook veel Assyrische christenen, Arabieren en Turkmenen.
Iraakse Turkmenen leven voornamelijk in Kirkoek (Kerkuk). Ook leven er grote groepen Iraakse Turkmenen tussen Kirkoek en Bagdad en in Arbil.
Voor de val van Saddam Hoessein leefden er 1,4 miljoen christenen in Irak. De christenen leefden rustig en vredig tussen en samen met de moslims. Saddam Hoessein en zijn regering vertrouwden de christenen en christenen vormden het grootste deel van Saddam Hoesseins hofhouding. Nu worden ze gezien als ongelovigen en als handlangers van de Verenigde Staten. Christenen en kerken zijn doelwit van zowel soennitische als sjiitische aanslagen en vele christenen worden ontvoerd en vaak vermoord.[bron?]
Politiek

Onder Saddam Hoessein was Irak een dictatuur. Na de machtsovername door de Amerikanen werd een Coalition Provisional Authority ingesteld, die de macht overnam. Hoewel de Amerikanen en Britten hun eigen favoriete rechtssysteem wilden invoeren, stuitte dit op tegenstand van onder anderen ayatollah Ali al-Sistani. Op 28 juni 2004 werd de macht formeel overgedragen aan een door de CPA benoemde regering, waarna in begin 2005 verkiezingen werden gehouden. Ghazi al-Yawar was gedurende die periode interim-president van Irak. Iyad Allawi was toen interim minister-president.
Op 30 januari 2005 werden de eerste verkiezingen gehouden. Jalal Talabani werd president en Ibrahim Jaafari werd premier.
Een speciaal comité met Koerdische, soennitische en sjiitische vertegenwoordigers stelde op 28 augustus 2005 een ontwerp-grondwet op, die in oktober 2005 in een referendum aan het Iraakse volk werd voorgelegd.
Op 15 december vonden volgens de nieuwe grondwet verkiezingen plaats. Geen van de partijen wist een absolute meerderheid te behalen. Van de 275 zetels gingen er 128 naar de Verenigde Iraakse Alliantie (sjiitisch), 53 naar de Democratische Patriottische Alliantie van Koerdistan en 44 naar het Iraaks Akkoord Front (soennitisch). Daarnaast veroverden negen andere partijen één of meer zetels.
Op 5 november 2006 veroordeelt het Iraaks Gerechtshof Saddam Hoessein tot de doodstraf. Op 26 december 2006 werd Saddam Hoessein ook in hoger beroep ter dood veroordeeld. Op 30 december 2006 werd de executie voltrokken. Volgens mensenrechtenorganisaties is het een politiek vonnis en is geen sprake geweest van een eerlijke rechtsgang bij zijn veroordeling.
Federale systeem
Er zijn sinds het toenemende geweld in Irak, verscheidene voorstellen geweest, om de orde te handhaven, maar tevergeefs. Het merendeel van deze voorstellen werd uiteindelijk afgekeurd.
Het zogenaamde verdelingsplan van Joseph Biden – een variatie op de verdeling in Bosnië in 1995 – roept op voor het verdelen van Irak in drie semi-autonome gebieden, die door een centrale regering worden vastgehouden. Dat zou dus betekenen dat Irak officieel wordt verdeeld in Koerdistan, Shiastan en Sunnistan.
Het voorstel erkent openhartig wat vele Midden-Oostenexperts zeggen: Iraakse sjiieten en soennieten streven niet naar verzoening en vrede. Zij zijn nog steeds niet in staat geweest een oliewet samen te stellen en feit is dat door het toenemende geweld veel sjiieten, soennitische buurten en steden ontvluchten en vice versa.
In Iraaks Koerdistan bestaat sinds 1993 een semi-onafhankelijke staat waarin de Koerden zichzelf besturen, met veel invloed van Bagdad
Leiders
- President: Jalal Talabani
- Vicepresident: Tarik Al-Hashimi
- Vicepresident: Adel Abd Al-Mehdi
- Premier: Nouri Maliki
- Vicepremier: Salam al-Zaubai