brandweer

Brandweer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Een grote brand in Canada, het (leegstaande) gebouw is verloren en de brandweer beschermt de naastgelegen kerk.
Brandweerregio's met brandweerkazernes in Nederland, 2009
Brandweerzones in België, 2008
Brandkraan bij de Huisvuilcentrale in Alkmaar.
Brandweerlieden tijdens een oefening.
Nederlandse brandweerlieden tijdens een oefening in Sint Anthonis.
Brandweerkazerne van Winterswijk
Brandweer in Police, Polen

De brandweer is de instantie die zich bezighoudt met het redden van mens en dier en het voorkomen en bestrijden van brand. Tot haar taken behoren ook voorlichting, controle op preventieve maatregelen, brandbestrijding en rampenbestrijding.

De Nederlandse brandweer beschikt over een wagenpark dat signaalrood van kleur is (kleurcode RAL 3000). De rode kleur is overigens geen verplichting. Daarnaast zijn de voertuigen voorzien van BZK-Striping (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), die in het leven is geroepen om de herkenbaarheid van de verschillende hulpverleningsdiensten te vergroten. De voertuigen van de brandweer zijn uitgerust met blauw zwaailicht en twee-tonige hoorn.

Het wagenpark van de Belgische brandweer is eveneens rood (RAL 3020 of equivalent) en is voorzien van vergelijkbare BVV-striping.

De taak die brandweerlieden uitvoeren spreekt velen tot de verbeelding. Het maakt hen bij het ruime publiek zeer gerespecteerd. De maatschappelijke dienstverlening van de brandweer wordt door de bevolking gewaardeerd. Uitingen van respect en sympathie voor de brandweer vinden we vooral bij rampen, zoals de vuurwerkramp in Enschede, de aanslagen van de 11e september in New York, of de gasexplosie van 29 juli 2004 te Ghislenghien.

[bewerken] Organisatie

De brandbestrijding is in Nederland en België van oudsher een taak van de gemeentebesturen. Dit is in Nederland dan ook vastgelegd in de Wet veiligheidsregio's (Wvr) van 2010. In België is dit vastgelegd in de wet op de Civiele Veiligheid van 15 mei 2007 die de wet van 1963 moet vervangen. Momenteel wordt de Belgische brandweer gestaag hervormd. Vrijwel alle gemeenten beschikken dan ook over een eigen brandweerkorps, waarvan de grootte afhankelijk is van de omvang en het brandrisico van de gemeente. Gemeentelijke brandweerkorpsen werken samen in "regionale brandweren" (Nederland) of "brandweerzones" (België). Op deze manier kunnen ze bepaalde taken efficiënter uitvoeren. Regionale brandweren richten zich primair op de voorbereiding van de rampenbestrijding, en kunnen bij grote incidenten en rampen snel over voldoende mensen en middelen beschikken, door middel van een regionale alarmcentrale (RAC) in Nederland of HC100 (hulpcentrum 100) in België. In meerdere regio's zijn de gemeentelijke brandweertaken overgenomen door de regio brandweer. Hiermee wordt een efficiëntere aansturing beoogd en kunnen meer taken gezamenlijk worden opgepakt.

In België hebben niet alle gemeenten een brandweerkorps, bij kleine gemeenten neemt een naburige stad of gemeente dit dan voor hun rekening. Op nogal wat plaatsen in België is ook de ambulancedienst voor dringende medische hulpverlening een onderdeel van de brandweer.

De brandweer heeft een strakke, hiërarchische commandostructuur. Dit stelt een brandweerkorps in staat samen te werken met andere brandweerkorpsen, of met andere instanties zoals politie en ambulancedienst.

Een dringende oproep voor de brandweer kan men in veel Europese landen doen via het alarmnummer 112.

[bewerken] De brandweerman/-vrouw

Lange tijd werd het brandweervak nagenoeg uitsluitend door mannen uitgeoefend. Vooral de laatste decennia is daar verandering in gekomen en maken ook vrouwen deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: vrijwilliger en beroeps.

Brandweerman/vrouw is een veeleisende job, die een zeker risico inhoudt. Brandweerlieden moeten kunnen functioneren in extreme omstandigheden, een goede lichamelijke en geestelijke conditie is dus vereist. Sociale vaardigheden zijn belangrijk omdat men steeds in een groep werkt en in contact komt met de burger in diverse hoedanigheden (slachtoffer, hulpverlener, omstander, dader etc) en andere hulpdiensten.

Om bij de brandweer te werken moet men vaak een ingangsproef afleggen. Een medische keuring maakt hier meestal deel van uit.

[bewerken] Vrijwillige brandweer in Nederland

Met name in de kleine en middelgrote gemeenten is bijna altijd sprake van een vrijwillige brandweer. Bijna 80 procent van de 26.900 brandweerlieden in Nederland is vrijwilliger[1] en doet het brandweerwerk als bijtaak. Vaak mag deze van de werkgever het werk verlaten wanneer hij of zij opgeroepen wordt voor een dringende interventie. Het oproepen gaat over het algemeen via semafoons (ook wel pager of pieper genoemd). In deze gevallen wordt van een vrijwilliger verwacht dat hij of zij binnen 2 tot 3 minuten na alarmering in de kazerne is. Veelal wordt er met piketregelingen gewerkt om de opkomst van een volledige bemanning te kunnen garanderen. Voor vrijwillige brandweerlieden geldt een aparte rechtspositieregeling, hierin is ook de vergoeding geregeld die de vrijwilligers krijgen[2].

In Nederland is in november 2006 een initiatief gestart om de Nederlandse Brandweer Vrijwilligers te verenigen. Op 20 december 2007 is dit initiatief uitgegroeid tot een vereniging met rechtspersoonlijkheid en noemt zichzelf Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. De doelstelling van deze vereniging is om actief mee te werken aan de ontwikkeling van het brandweervak, de belangen te behartingen van de brandweervrijwilligers op landelijk, regionaal en lokaal niveau en als laatste de brandweervrijwilliger te behouden als belangrijk bijdrage voor de samenleving.

[bewerken] Vrijwillige brandweer in België

In België zijn ongeveer 11000 vrijwilligers bij de brandweer.

De vrijwilligers zijn oproepbaar van thuis of op het werk via een semafoon (bieper in de volksmond). De alarmering gaat via de kazerne als deze bemand is of automatisch via de alarmcentrale HC100/112. Bij de meeste korpsen werkt men met een wachtsysteem waarbij de vrijwilliger volgens een schema (meestal een week) van wacht is, vergelijkbaar met Nederland.

In bepaalde korpsen doen de vrijwilligers ook wachtdiensten in de kazerne, zoals beroepspersoneel.

In België zijn vrijwilligers meestal wel betaald voor hun prestaties, de vergoeding of de toepassing ervan kan wel verschillen van korps tot korps. 100% vrijwilliger komt minder voor.

[bewerken] Beroepsbrandweer in Nederland

Beroepskorpsen vindt men alleen in grote steden of bijzondere gebieden zoals Europoort. Een dienst wordt volledig in en om de kazerne doorgebracht in afwachting van een oproep. Gedurende deze uren vindt het onderhoud aan materiaal en kazerne plaats, wordt oefening, sport en studie gedaan en worden rusturen ingelast. Uiteraard heeft een alarmoproep de hoogste prioriteit. Meestal vertrekt na het overgaan van het alarm binnen de 1 à 2 minuten het nodige materieel en manschappen uit de kazerne.

Beroepsmensen werken vaak in een rooster van 24 uur dienst, met daarna 48 uur vrij. Ook komt een een 12/24/12/48 uren schema voor (12 op; 24 af; 12 op; 48 af). Tijdens de nacht rust een beroepsbrandweerman of -vrouw in een rustverblijf in de kazerne, deze tijd maakt dan ook gewoon deel uit van de werktijd. De traditionele "24 uur op en 48 uur af" resulteerde in een (gemiddeld) 56 urige werkweek. Volgens Europese regelgeving mag een werkweek echter niet langer dan 48 uur zijn. In 2007 werd daarom de werkweek van de brandweerlieden aangepast zodat er maximaal 48 uur per week gewerkt wordt, waarbij de mensen met een 56-urig arbeidscontract nog wel hetzelfde salaris behouden. Voor de werkgevers betekent dit dat er sinds 2007 meer brandweermensen nodig zijn om de kazernes te bemannen.

[bewerken] Beroepsbrandweer in België

Net zoals in Nederland zijn de beroepskorpsen in België vooral te vinden in grote steden. 5 grote steden werken volledig op beroepspersoneel (Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi). Daarnaast zijn er al verschillende centrumsteden die ook al volledig (of grotendeels) op beroepspersoneel zijn overgeschakeld. (Leuven, Hasselt, Oostende, Brugge, Aalst,...)

In middelgrote steden en gemeenten werkt men dikwijls met een combinatie van beroeps en vrijwilligers. Daar kiest men het aantal beroepsmensen in functie van de noden. Kleine gemeenten hebben soms slechts enkele beroepsmensen die voornamelijk in staan voor het onderhoud van materiaal en kazerne. Grotere gemeenten verkiezen dikwijls om een vaste basisploeg beroepspersoneel te voorzien van bv. 9 man per shift. Extra bijstand komt dan van vrijwilligers die opgeroepen worden.

Beroepsmensen in België werken in een vergelijkbaar uursysteem als in Nederland. De dagtaak in de kazerne is ook dezelfde.

[bewerken] Opleiding in Nederland

Een deel van de aspirant-brandweerlieden is afkomstig van de jeugdbrandweer. De beroeps- en de vrijwillige brandwachten ondergaan dezelfde opleiding(en). Er zijn verschillende rangen waaraan bepaalde opleidingsverplichtingen zijn gekoppeld. Het diploma brandwacht (1ste klasse) (tegenwoordig manschap A) bijvoorbeeld bestaat uit de modules Brand, Technische Hulpverlening, Ongeval Gevaarlijke stoffen, Assistentie Waterongeval en Levensreddende Handelingen. De combinatie leidt tot het diploma. Daarna kan men hoofdbrandwacht (tegenwoordig manschap B). Daarna brandmeester (tegenwoordig "Bevelvoerder") worden. Ter indicatie; de opleiding tot brandmeester (bevelvoerder) vergt voor vrijwilligers circa vijf jaar. Een manschap leert hoofdzakelijk brandbestrijding en technische hulpverlening (van het knippen in auto's tot het heffen van een last tot het omzagen van een boom). Een brandmeester is bevelvoerder (leidinggevende) op een tankautospuit en geeft leiding aan 5 tot 7 personen.

De opleiding tot brandweerofficier vindt in Nederland centraal plaats aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid/NIBRA te Arnhem. Hierbij is een hbo of wo opleiding een vereiste. Voorheen werden kandidaten fulltime in 18 maanden opgeleid en getraind tot incidentmanager. Door het fulltime karakter van dit onderwijs was het niet mogelijk hier een baan naast te hebben. Deze fulltime opleiding is vervangen door competentiegericht onderwijs, de zogenaamde leergangen. Een typische leergang duurt circa 35 weken en kost de cursist 1-2 dagen per week.

[bewerken] Opleiding in België

In België heeft elke provincie zijn opleidingscentrum voor hulpdiensten. Hier vinden de opleidingen plaats voor brandweer en ambulance. Ook de indeling van de opleidingen is niet gelijklopend met Nederland, de typische brandweerbenamingen worden hier vervangen door de militaire termen. Men begint als Brandweerman waarna men via Korporaal en Sergeant kan deelnemen aan de cursussen voor Adjudant. In het ideale geval kan deze cursus gestart worden 9 jaar na inschrijving voor de cursus Brandweerman. Verder zijn er nog de Officierenopleidingen: Officier, crisissituatiebeheer en Dienstchef. Los van de hiërarchische structuur, is er de opleiding Brandvoorkoming die onder andere noodzakelijk is om toegelaten te worden tot alle officierenopleidingen.

Elke opleiding bestaat uit verschillende modules die onafhankelijk van elkaar kunnen worden gevolgd. bv: brandbestrijding, technische hulpverlening, bevelvoering, gevaarlijke stoffen... Voor elke module dient men te slagen in het examen. Als de vereiste modules zijn gevolgd krijgt met het brevet of diploma.

De graad krijgt men pas als er in het korps de functie vacant is en men slaagt voor een intern examen.

Naast de opleidingen in het opleidingscentrum is er onderricht in het eigen korps en een stageperiode van een jaar voor aspirant-brandweerman en onder-luitenant.

Het provinciaal opleidingscentrum organiseert ook bijkomende cursussen zoals binnenbrandbestrijding, ontzetting van beknelde personen...Dit omdat hier specifiek oefenmateriaal en infrastructuur voor nodig is waar korpsen zelf niet over beschikken.

[bewerken] Rangen bij de brandweer

[bewerken] Bedrijfsbrandweer

Luchthavens en de grotere industrieën beschikken over een eigen bedrijfsbrandweer. De bedrijfsbrandweer is opgeleid voor de specifieke taken in het bedrijf. Ze hebben een goede kennis van hun verzorgingsgebied en de specifieke gevaren. In Nederland zijn veel bedrijfsbrandweren min of meer geïntegreerd in de regionale brandweer gelijk aan gemeentelijke korpsen. In het Rotterdamse Europoort gebied zijn veel bedrijven gevestigd die een bedrijfsbrandweer nodig hebben. Deze bedrijven hebben zich samen met de gemeente Rotterdam en het gemeentelijk havenbedrijf verenigd in het "Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer". Ook in de Haven van Antwerpen hebben enkele bedrijven een eigen bedrijfsbrandweer zoals BASF, Borealis,... . Een goed voorbeeld van een bedrijfsbrandweerkorps is de Werkfeuerwehr van het chemieconcern BASF in Duitsland. Zij zijn een autoriteit op het gebied van brandbestrijding in chemische installaties en passen hun expertise internationaal toe.

[bewerken] Wettelijke taken brandweer in Nederland

De taken van de brandweer zijn in het Europese deel van Nederland bepaald op grond van de Wet veiligheidsregio’s:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Wet Veiligheidsregio's Artikel: 25 Omschrijving:

1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het waarschuwen van de bevolking;
d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.

De taken van de brandweer zijn op de BES-eilanden bepaald op grond van de Veiligheidswet BES:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Veiligheidswet BES Artikel: 27 Omschrijving:

(...)
2. Het brandweerkorps heeft in elk van de openbare lichamen in ieder geval tot taak:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
d. het adviseren van het bevoegd gezag op het gebied van brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.


De taken kunnen in de praktijk onderverdeeld worden in drie groepen:

Brandweer

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Een grote brand in Canada, het (leegstaande) gebouw is verloren en de brandweer beschermt de naastgelegen kerk.
Brandweerregio's met brandweerkazernes in Nederland, 2009
Brandweerzones in België, 2008
Brandkraan bij de Huisvuilcentrale in Alkmaar.
Brandweerlieden tijdens een oefening.
Nederlandse brandweerlieden tijdens een oefening in Sint Anthonis.
Brandweerkazerne van Winterswijk
Brandweer in Police, Polen

De brandweer is de instantie die zich bezighoudt met het redden van mens en dier en het voorkomen en bestrijden van brand. Tot haar taken behoren ook voorlichting, controle op preventieve maatregelen, brandbestrijding en rampenbestrijding.

De Nederlandse brandweer beschikt over een wagenpark dat signaalrood van kleur is (kleurcode RAL 3000). De rode kleur is overigens geen verplichting. Daarnaast zijn de voertuigen voorzien van BZK-Striping (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), die in het leven is geroepen om de herkenbaarheid van de verschillende hulpverleningsdiensten te vergroten. De voertuigen van de brandweer zijn uitgerust met blauw zwaailicht en twee-tonige hoorn.

Het wagenpark van de Belgische brandweer is eveneens rood (RAL 3020 of equivalent) en is voorzien van vergelijkbare BVV-striping.

De taak die brandweerlieden uitvoeren spreekt velen tot de verbeelding. Het maakt hen bij het ruime publiek zeer gerespecteerd. De maatschappelijke dienstverlening van de brandweer wordt door de bevolking gewaardeerd. Uitingen van respect en sympathie voor de brandweer vinden we vooral bij rampen, zoals de vuurwerkramp in Enschede, de aanslagen van de 11e september in New York, of de gasexplosie van 29 juli 2004 te Ghislenghien.

Inhoud

[verbergen]

[bewerken] Organisatie

De brandbestrijding is in Nederland en België van oudsher een taak van de gemeentebesturen. Dit is in Nederland dan ook vastgelegd in de Wet veiligheidsregio's (Wvr) van 2010. In België is dit vastgelegd in de wet op de Civiele Veiligheid van 15 mei 2007 die de wet van 1963 moet vervangen. Momenteel wordt de Belgische brandweer gestaag hervormd. Vrijwel alle gemeenten beschikken dan ook over een eigen brandweerkorps, waarvan de grootte afhankelijk is van de omvang en het brandrisico van de gemeente. Gemeentelijke brandweerkorpsen werken samen in "regionale brandweren" (Nederland) of "brandweerzones" (België). Op deze manier kunnen ze bepaalde taken efficiënter uitvoeren. Regionale brandweren richten zich primair op de voorbereiding van de rampenbestrijding, en kunnen bij grote incidenten en rampen snel over voldoende mensen en middelen beschikken, door middel van een regionale alarmcentrale (RAC) in Nederland of HC100 (hulpcentrum 100) in België. In meerdere regio's zijn de gemeentelijke brandweertaken overgenomen door de regio brandweer. Hiermee wordt een efficiëntere aansturing beoogd en kunnen meer taken gezamenlijk worden opgepakt.

In België hebben niet alle gemeenten een brandweerkorps, bij kleine gemeenten neemt een naburige stad of gemeente dit dan voor hun rekening. Op nogal wat plaatsen in België is ook de ambulancedienst voor dringende medische hulpverlening een onderdeel van de brandweer.

De brandweer heeft een strakke, hiërarchische commandostructuur. Dit stelt een brandweerkorps in staat samen te werken met andere brandweerkorpsen, of met andere instanties zoals politie en ambulancedienst.

1rightarrow.png Zie ook Lijst van rangen bij de Nederlandse brandweer
1rightarrow.png Zie ook Lijst van rangen bij de Belgische brandweer

Een dringende oproep voor de brandweer kan men in veel Europese landen doen via het alarmnummer 112.

[bewerken] De brandweerman/-vrouw

Lange tijd werd het brandweervak nagenoeg uitsluitend door mannen uitgeoefend. Vooral de laatste decennia is daar verandering in gekomen en maken ook vrouwen deel uit van de korpsen. Het beroep brandweerman kennen we in twee verbanden: vrijwilliger en beroeps.

Brandweerman/vrouw is een veeleisende job, die een zeker risico inhoudt. Brandweerlieden moeten kunnen functioneren in extreme omstandigheden, een goede lichamelijke en geestelijke conditie is dus vereist. Sociale vaardigheden zijn belangrijk omdat men steeds in een groep werkt en in contact komt met de burger in diverse hoedanigheden (slachtoffer, hulpverlener, omstander, dader etc) en andere hulpdiensten.

Om bij de brandweer te werken moet men vaak een ingangsproef afleggen. Een medische keuring maakt hier meestal deel van uit.

[bewerken] Vrijwillige brandweer in Nederland

Met name in de kleine en middelgrote gemeenten is bijna altijd sprake van een vrijwillige brandweer. Bijna 80 procent van de 26.900 brandweerlieden in Nederland is vrijwilliger[1] en doet het brandweerwerk als bijtaak. Vaak mag deze van de werkgever het werk verlaten wanneer hij of zij opgeroepen wordt voor een dringende interventie. Het oproepen gaat over het algemeen via semafoons (ook wel pager of pieper genoemd). In deze gevallen wordt van een vrijwilliger verwacht dat hij of zij binnen 2 tot 3 minuten na alarmering in de kazerne is. Veelal wordt er met piketregelingen gewerkt om de opkomst van een volledige bemanning te kunnen garanderen. Voor vrijwillige brandweerlieden geldt een aparte rechtspositieregeling, hierin is ook de vergoeding geregeld die de vrijwilligers krijgen[2].

In Nederland is in november 2006 een initiatief gestart om de Nederlandse Brandweer Vrijwilligers te verenigen. Op 20 december 2007 is dit initiatief uitgegroeid tot een vereniging met rechtspersoonlijkheid en noemt zichzelf Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers. De doelstelling van deze vereniging is om actief mee te werken aan de ontwikkeling van het brandweervak, de belangen te behartingen van de brandweervrijwilligers op landelijk, regionaal en lokaal niveau en als laatste de brandweervrijwilliger te behouden als belangrijk bijdrage voor de samenleving.

[bewerken] Vrijwillige brandweer in België

In België zijn ongeveer 11000 vrijwilligers bij de brandweer.

De vrijwilligers zijn oproepbaar van thuis of op het werk via een semafoon (bieper in de volksmond). De alarmering gaat via de kazerne als deze bemand is of automatisch via de alarmcentrale HC100/112. Bij de meeste korpsen werkt men met een wachtsysteem waarbij de vrijwilliger volgens een schema (meestal een week) van wacht is, vergelijkbaar met Nederland.

In bepaalde korpsen doen de vrijwilligers ook wachtdiensten in de kazerne, zoals beroepspersoneel.

In België zijn vrijwilligers meestal wel betaald voor hun prestaties, de vergoeding of de toepassing ervan kan wel verschillen van korps tot korps. 100% vrijwilliger komt minder voor.

[bewerken] Beroepsbrandweer in Nederland

Beroepskorpsen vindt men alleen in grote steden of bijzondere gebieden zoals Europoort. Een dienst wordt volledig in en om de kazerne doorgebracht in afwachting van een oproep. Gedurende deze uren vindt het onderhoud aan materiaal en kazerne plaats, wordt oefening, sport en studie gedaan en worden rusturen ingelast. Uiteraard heeft een alarmoproep de hoogste prioriteit. Meestal vertrekt na het overgaan van het alarm binnen de 1 à 2 minuten het nodige materieel en manschappen uit de kazerne.

Beroepsmensen werken vaak in een rooster van 24 uur dienst, met daarna 48 uur vrij. Ook komt een een 12/24/12/48 uren schema voor (12 op; 24 af; 12 op; 48 af). Tijdens de nacht rust een beroepsbrandweerman of -vrouw in een rustverblijf in de kazerne, deze tijd maakt dan ook gewoon deel uit van de werktijd. De traditionele "24 uur op en 48 uur af" resulteerde in een (gemiddeld) 56 urige werkweek. Volgens Europese regelgeving mag een werkweek echter niet langer dan 48 uur zijn. In 2007 werd daarom de werkweek van de brandweerlieden aangepast zodat er maximaal 48 uur per week gewerkt wordt, waarbij de mensen met een 56-urig arbeidscontract nog wel hetzelfde salaris behouden. Voor de werkgevers betekent dit dat er sinds 2007 meer brandweermensen nodig zijn om de kazernes te bemannen.

[bewerken] Beroepsbrandweer in België

Net zoals in Nederland zijn de beroepskorpsen in België vooral te vinden in grote steden. 5 grote steden werken volledig op beroepspersoneel (Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Charleroi). Daarnaast zijn er al verschillende centrumsteden die ook al volledig (of grotendeels) op beroepspersoneel zijn overgeschakeld. (Leuven, Hasselt, Oostende, Brugge, Aalst,...)

In middelgrote steden en gemeenten werkt men dikwijls met een combinatie van beroeps en vrijwilligers. Daar kiest men het aantal beroepsmensen in functie van de noden. Kleine gemeenten hebben soms slechts enkele beroepsmensen die voornamelijk in staan voor het onderhoud van materiaal en kazerne. Grotere gemeenten verkiezen dikwijls om een vaste basisploeg beroepspersoneel te voorzien van bv. 9 man per shift. Extra bijstand komt dan van vrijwilligers die opgeroepen worden.

Beroepsmensen in België werken in een vergelijkbaar uursysteem als in Nederland. De dagtaak in de kazerne is ook dezelfde.

[bewerken] Opleiding in Nederland

Een deel van de aspirant-brandweerlieden is afkomstig van de jeugdbrandweer. De beroeps- en de vrijwillige brandwachten ondergaan dezelfde opleiding(en). Er zijn verschillende rangen waaraan bepaalde opleidingsverplichtingen zijn gekoppeld. Het diploma brandwacht (1ste klasse) (tegenwoordig manschap A) bijvoorbeeld bestaat uit de modules Brand, Technische Hulpverlening, Ongeval Gevaarlijke stoffen, Assistentie Waterongeval en Levensreddende Handelingen. De combinatie leidt tot het diploma. Daarna kan men hoofdbrandwacht (tegenwoordig manschap B). Daarna brandmeester (tegenwoordig "Bevelvoerder") worden. Ter indicatie; de opleiding tot brandmeester (bevelvoerder) vergt voor vrijwilligers circa vijf jaar. Een manschap leert hoofdzakelijk brandbestrijding en technische hulpverlening (van het knippen in auto's tot het heffen van een last tot het omzagen van een boom). Een brandmeester is bevelvoerder (leidinggevende) op een tankautospuit en geeft leiding aan 5 tot 7 personen.

De opleiding tot brandweerofficier vindt in Nederland centraal plaats aan het Nederlands Instituut voor Fysieke Veiligheid/NIBRA te Arnhem. Hierbij is een hbo of wo opleiding een vereiste. Voorheen werden kandidaten fulltime in 18 maanden opgeleid en getraind tot incidentmanager. Door het fulltime karakter van dit onderwijs was het niet mogelijk hier een baan naast te hebben. Deze fulltime opleiding is vervangen door competentiegericht onderwijs, de zogenaamde leergangen. Een typische leergang duurt circa 35 weken en kost de cursist 1-2 dagen per week.

[bewerken] Opleiding in België

In België heeft elke provincie zijn opleidingscentrum voor hulpdiensten. Hier vinden de opleidingen plaats voor brandweer en ambulance. Ook de indeling van de opleidingen is niet gelijklopend met Nederland, de typische brandweerbenamingen worden hier vervangen door de militaire termen. Men begint als Brandweerman waarna men via Korporaal en Sergeant kan deelnemen aan de cursussen voor Adjudant. In het ideale geval kan deze cursus gestart worden 9 jaar na inschrijving voor de cursus Brandweerman. Verder zijn er nog de Officierenopleidingen: Officier, crisissituatiebeheer en Dienstchef. Los van de hiërarchische structuur, is er de opleiding Brandvoorkoming die onder andere noodzakelijk is om toegelaten te worden tot alle officierenopleidingen.

Elke opleiding bestaat uit verschillende modules die onafhankelijk van elkaar kunnen worden gevolgd. bv: brandbestrijding, technische hulpverlening, bevelvoering, gevaarlijke stoffen... Voor elke module dient men te slagen in het examen. Als de vereiste modules zijn gevolgd krijgt met het brevet of diploma.

De graad krijgt men pas als er in het korps de functie vacant is en men slaagt voor een intern examen.

Naast de opleidingen in het opleidingscentrum is er onderricht in het eigen korps en een stageperiode van een jaar voor aspirant-brandweerman en onder-luitenant.

Het provinciaal opleidingscentrum organiseert ook bijkomende cursussen zoals binnenbrandbestrijding, ontzetting van beknelde personen...Dit omdat hier specifiek oefenmateriaal en infrastructuur voor nodig is waar korpsen zelf niet over beschikken.

[bewerken] Rangen bij de brandweer

1rightarrow.png Zie ook Lijst van rangen bij de Nederlandse brandweer
1rightarrow.png Zie ook Lijst van rangen bij de Belgische brandweer

[bewerken] Bedrijfsbrandweer

Luchthavens en de grotere industrieën beschikken over een eigen bedrijfsbrandweer. De bedrijfsbrandweer is opgeleid voor de specifieke taken in het bedrijf. Ze hebben een goede kennis van hun verzorgingsgebied en de specifieke gevaren. In Nederland zijn veel bedrijfsbrandweren min of meer geïntegreerd in de regionale brandweer gelijk aan gemeentelijke korpsen. In het Rotterdamse Europoort gebied zijn veel bedrijven gevestigd die een bedrijfsbrandweer nodig hebben. Deze bedrijven hebben zich samen met de gemeente Rotterdam en het gemeentelijk havenbedrijf verenigd in het "Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer". Ook in de Haven van Antwerpen hebben enkele bedrijven een eigen bedrijfsbrandweer zoals BASF, Borealis,... . Een goed voorbeeld van een bedrijfsbrandweerkorps is de Werkfeuerwehr van het chemieconcern BASF in Duitsland. Zij zijn een autoriteit op het gebied van brandbestrijding in chemische installaties en passen hun expertise internationaal toe.

[bewerken] Wettelijke taken brandweer in Nederland

De taken van de brandweer zijn in het Europese deel van Nederland bepaald op grond van de Wet veiligheidsregio’s:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Wet Veiligheidsregio's Artikel: 25 Omschrijving:

1. De door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde brandweer voert in ieder geval de volgende taken uit:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het waarschuwen van de bevolking;
d. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
e. het adviseren van andere overheden en organisaties op het gebied van de brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.

De taken van de brandweer zijn op de BES-eilanden bepaald op grond van de Veiligheidswet BES:

Nederlandse Wet
Wet(boek): Veiligheidswet BES Artikel: 27 Omschrijving:

(...)
2. Het brandweerkorps heeft in elk van de openbare lichamen in ieder geval tot taak:
a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;
c. het verkennen van gevaarlijke stoffen en het verrichten van ontsmetting;
d. het adviseren van het bevoegd gezag op het gebied van brandpreventie, brandbestrijding en het voorkomen, beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen.


De taken kunnen in de praktijk onderverdeeld worden in drie groepen: