bloed
Bloed
Bloed is een vloeistof die in het lichaam van een organisme circuleert voor de verdeling van voedingsstoffen en de afvoer van afvalstoffen van de stofwisseling, en bij hogere dieren tevens zorgt voor het transport van zuurstof en de afvoer van het verbrandingsproduct koolstofdioxide en warmte.
Bij hogere dieren zoals reptielen, vogels, amfibieën en zoogdieren wordt het bloed rondgepompt door een hart, in een gesloten systeem van slagaders, aders en haarvaten.
Insecten daarentegen hebben geen gesloten circulatiesysteem, meestal geen zuurstofbindende bestanddelen in het bloed en de ademhalingsfuncties worden bij hen niet door het bloed vervuld. Deze vloeistof wordt hemolymfe genoemd.
Andere geleedpotigen hebben soms wel bloed dat zuurstof transporteert, maar meestal gebeurt dit niet met hemoglobine, maar met hemocyanine, een koperhoudend zuurstoftransporteiwit dat vrij in het bloed is opgelost.
Inhoud[verbergen] |
[bewerken] Samenstelling

Bloed van zoogdieren bestaat uit een dragende vloeistof, waarin verschillende bestanddelen opgelost zijn en waarin een aantal cellulaire bestanddelen of althans deeltjes met een bepaalde vorm voorkomen.
[bewerken] Type cellen
Het bloed bestaat in feite uit 3 verschillende typen cellen. De myeloïde progenitor cel leidt tot differentiatie van:
- rode bloedcellen of erythrocyten, die voornamelijk gevuld zijn met het eiwit hemoglobine, dat het grootste deel van het zuurstof- en koolzuurtransport verzorgt
- witte bloedcellen of leukocyten, in een groot aantal variëteiten:
- bloedplaatjes of trombocyten.
Daarnaast leidt de lymfoïde progenitor cel tot de vorming:
[bewerken] Inhoud van cellen
We onderscheiden de basisvloeistof water, met daarin
-
minerale zouten en ionen als
- natriumchloride,
- natriumwaterstofcarbonaat,
- kalium,
- magnesium, en
- calcium (naast andere)
-
colloïdale bestanddelen die uit talloze eiwitten bestaan, zoals
- transporteiwitten, waarvan albumine naar hoeveelheid de belangrijkste is,
- enzymen, zoals de stollingsfactoren,
- signaaleiwitten, waaronder diverse hormonen, en
- antistoffen
- voedingsstoffen (waaronder glucose, cholesterol en zuurstof) en afvalproducten (waaronder koolzuurgas)
Het vloeibare deel van het bloed, het water met alle daarin opgeloste mineralen en eiwitachtige stoffen, wordt samen ook wel bloedplasma genoemd. Wanneer het bloed buiten het lichaam gebracht wordt, zal het gaan stollen. Bovenop het gestolde bloed vormt zich dan een gelig vloeibaar laagje. Dit bevat alle bestanddelen van het plasma behalve de stollingsfactoren, en deze vloeistof wordt bloedserum genoemd.
[bewerken] Bloedvolume
Onder bloedvolume wordt het totale volume aan bloed van een organisme bedoeld. Bij een volwassen mens is dat ca. 4-6 liter (ca. 1/13 van het lichaamsgewicht; 60-98 ml/kg lichaamsgewicht oftewel 2,8 bij mannen en 2,4 l/m² lichaamsoppervlakte bij vrouwen).
[bewerken] Functies van bloed
Bloed heeft een groot aantal functies en kan het best worden beschouwd als een vloeibaar weefsel. Enkele functies zijn:
- zuurstoftransport
- koolzuurtransport
- transport van hormonen
- transport van voedingsstoffen:
- verdediging tegen indringers:
- cellulaire immuniteit
- humorale immuniteit, met behulp van het
- stolling van bloed bij verwondingen
- transport van warmte bij dieren met een constante lichaamstemperatuur
[bewerken] Kleur van bloed
Bij mensen en andere dieren waarvan het bloed hemoglobine bevat, is zuurstofrijk bloed helderrood. De kleur wordt veroorzaakt door het hemoglobine-molecuul met de eraan verbonden zuurstof. Zuurstofarm bloed is donkerder rood. Doordat aderen onder enkele lagen weefsel liggen, lijkt het bloed donkerder, waardoor de aderen niet rood maar blauw doorschemeren door de huid. Hierdoor kon de misvatting ontstaan dat bloed in de aderen blauw is tot het wordt blootgesteld aan de lucht. Deze misvatting wordt bovendien versterkt door het feit dat in veel schematische medische afbeeldingen de aderen (of de bloedvaten die zuurstofarm bloed bevatten) blauw getekend zijn en de slagaderen (of de bloedvaten die zuurstofrijk bloed vervoeren) rood.
Het bloed van de degenkrab, en inktvissen is werkelijk blauw. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat het bloed van de degenkrab geen hemoglobine bevat voor het zuurstoftransport, maar hemocyanine. Dit eiwit bevat een koperion in plaats van een ijzerion en geeft het bloed van de degenkrab een blauwe kleur.
Wanneer men "van blauw bloed" is, behoort men tot de adelstand. Dit omdat vroeger de adel niet op het land moest werken en dus een bleke huid had, waar de donkere aders goed zichtbaar door waren. Het gewone volk moest in het zonlicht op het land werken, waardoor ze een donkerdere huid kregen, waar de aders niet doorheen konden worden gezien.
Een aantal andere dieren heeft weer andere afwijkende kleuren voor het bloed. De kleur roze komt ook voor, onder andere bij de peniswormen en armpotigen. Het bloed van het skinkgeslacht prasinohaema is groen. Deze kleur wordt verkregen door een grote hoeveelheid galkleurstof dat in hun bloed zit.[1]